maandag 4 maart 2013

Bezoek


Op de markt zag ik een man in zijn beste Duits twee klanten te woord staan: ‘Rauch mal, rauch mal!’. De man zei dat het Duitse bloemen waren en duwde ze onder hun neus alsof ze thuis er in ruiken konden. Ik kocht tulpen. Ik zette ze pas net in hun vaas, maar vroeg me al af of je ze kan horen groeien. Ze kraken. Ik kan maar niet bedenken waar het geluid op lijkt. Witlof. Ik denk aan witlof. Ik weet niet goed hoe witlof klinkt. Ik eet het niet graag.

De bloemen leunen tegen hun blad. Sommigen kijken voorzichtig de kamer in. Geplukt en nu op mijn tafel. Ze staan dicht op elkaar en houden elkaars handen vast. Groene jasjes en rode wangen. Ik hoop dat ze niet teveel last hebben gehad van de kou. Het was nog vroeg en ik was blij dat ik mijn handschoenen bij me had. Nu liggen ze op de kachel te warmen. Ik zit aan mijn tafel en kijk uit het raam. De zon schijnt met lome ogen terug en verlicht het water in de vaas als in een nieuw aangelegde plas. Het is wachten op het nijlpaard. Ik lach om het idee, veeg een stofje van mijn rok en loop naar het koffiezetapparaat. Zes grote scheppen.

Met de hete koffiepot in mijn hand loop ik terug de kamer in. Ze zitten nog netjes op hun plek. Ze hebben hun jas aangehouden. Er wordt zachtjes met elkaar gepraat, maar het wordt stil wanneer ik de kamer binnen kom. ‘Koffie!’, zeg ik en ik laat de kan zien. Ze glimlachen, knikken en draaien wat. De kleine in de hoek verstopt haar gezicht achter de rits van haar kraag, maar steekt haar nek nu uit om te zien of er ook iets anders te drinken op tafel staat. Samen wennen ze langzaam aan de temperatuur die op de thermometer staat. Er worden een paar jassen uit gedaan. Allemaal zijn ze anders, maar de lijnen op hun blaadjes zijn met dezelfde fijne penseel gezet.

Wanneer de laatste zijn beker leeg op tafel zet, zie ik een rood blaadje op de grond naast de tafel. Met moeite buig ik naar de grond en raap het op. Niemand had het nog gezien. Als in een reflex kijken we naar de klok. Het is vijf uur. De schemer lost de zon af voor een pauze. Krakend trekken mijn gasten hun jas wat strakker om hun lijf. De kleine ritst die van haar met concentratie dicht. Misschien hadden ze toch last van de kou. Dit is niet het bezoek dat blijven zal. Straks zal ik ze uitlaten, maar nu nog even niet. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten